TRAINEN IS MEER DAN ALLEEN BANEN ZWEMMEN (DEEL 6: TECHNIEK 3)

2023-11-17, door: George Sieverding

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column

Wederom allereerst een tweetal vragen.
1.Bewegingssnelheid is de snelheid van de ledematen in relatie tot het eigen lichaam (dus niet ten opzichte van de kant).
Zwemsnelheid is de snelheid van het lichaam in relatie tot de omgeving (dus de kant van zwembad).
Als extra toevoeging: voer deze oefening uit totdat de controle op een juiste uitvoering verdwijnt.
2.Hulpmiddelen: zwembroeken of badpakken worden niet beschouwd als hulpmiddelen. Hetzelfde geldt voor wetsuits met kenmerken die vallen binnen de reglementen.

Nog altijd bezoek ik trainingen van zwem- en / of triatlon verenigingen. Opvallend is een blijft de vlakke wijze van inspannen. Steeds weer constateer ik een bepaald inspanningsniveau waarbij noch grote piekbelastingen noch relatief minimale belastingen plaats vinden. De aanpak, zoals Jan Olbrecht deze in zijn boek "Plannen, Periodiseren, Trainen, Bijsturen en Winnen" beschrijft, geeft mijns inziens voldoende duidelijkheid en handvatten om te komen tot een optimale trainingsopbouw. Daarin zit een groot aantal inspanningsverschillen, afgewisseld met voldoende rustmomenten. Advies: zorg voor zeer gevarieerde inspanningsprikkels.

In deel 1 deelde ik de Borstcrawl (BC? als volgt in:
1.Positie / ligging (deel 1)
2.Armen (A) (deel 2)
3.Benen (B) (deel 2)
4.Combinatie van A + B (C) (deel 2)
5.Ademhaling (deel 3)
6.Bijzonderheden (deel 3)
Inmiddels ben ik aangekomen bij de onderdelen 5 en 6.

Ademhaling

Over de wijze van ademhalen valt het nodige te vertellen. Toch begin ik altijd weer met uit te leggen dat uitblazen belangrijk is en bewust moet worden gedaan, terwijl het inademen ogenschijnlijk vanzelf lijkt te geschieden. Dat betekent in het begin van een nieuw seizoen extra aandacht om ontspannen in het water te liggen, de wijze van adem inhouden alsmede van uitademen (uitblazen). In het begin heeft een groot aantal deelnemers moeite om langdurig ontspannen met het hoofd in het water te houden. Teveel adem "meenemen" geeft een gevoel ploffen, terwijl nadenken relatief veel zuurstof verbruikt. Over dit redelijk onderschatte trainingselement, schrijft een aantal sporters zeer leesbare Columns.
1.Hypoxietraining: Zuurstof is een emotie (Bert Flier, 01-12-2002)
2.Doe meer met minder adem (Ivar Brinkman, 01-05-2003)
3.Doe meer met minder (Cees Colijn, 01-04-2004).
Dit vertrekpunt over de ademhaling maakt duidelijk dat er ontzettend veel kan worden vermeld over de ademhaling.

In de techniek van de BC kan met een tweetal uitgangspunten worden gewerkt die weer kunnen worden onderverdeeld in een eindeloze reeks opsplitsingen. Deze uitgangspunten:

1.Lateraal
Hierbij wordt uitgegaan van éénzijdig ademhalen, hetzij aan de linkerkant hetzij aan de rechterkant.
Voordeel: eenvoudig om te doen aan de voorkeurskant.
Nadeel: de kans dat de tegengestelde stuw A gemakkelijker de longitudinaal as passeert.

2.Bilateraal
Ditmaal wordt uitgegaan van afwisselend links en rechts ademhalen.
Voordeel: de stuw banen van beide A verlopen gelijkmatiger.
Nadeel: sneller ademnood.

Advies: in training zoveel mogelijk bilateraal (3 de meest voorkomende vorm) en tijdens de wedstrijd lateraal (totaal verschillend per afstand).

Trainingsvormen
Lateraal zowel links als rechts.
Ook variëren met om de 2 - 4 - 6 etc. slagen.
Combinaties van links / rechts en aantallen slagen.
Trappetjes 2 - 4 - 6 etc. en / of 2 - 4 - 6 - 4 - 2 etc. (vraagt bovendien concentratie).
Bilateraal 3 - 5 - 7 etc. variaties.
Trappetjes 3 - 5 - 7 etc. en / of 3 - 5 - 7 - 5 - 3 etc. (ook dit vraagt concentratie).
Combinaties van lateraal en bilateraal maken de variatie mogelijkheden groter.
Bilateraal 1 is een uitermate moeilijke vorm in combinatie met de A.

De technische uitvoering is afhankelijk van de keuze voor de Positie / ligging.
Bij de Positie / ligging in de zogenaamde planeerstand wordt er nauwelijks om de longitudinale as gedraaid. Slechts het hoofd wordt opzij gedraaid.
Dit in tegenstelling tot de Positie / ligging in de stroomlijnstand. Dan draait het lichaam om de longitudinale as.
Beide vormen hebben voor- en nadelen. Deze hebben vooral te maken met de vormweerstand.

Bijzonderheden

Met enige regelmaat wordt gewezen naar de bijzondere variaties van de contra A.
De meest opvallende technische verschillen;
-hoge ellenbogen
-gestrekt
-wijd.
Hoge ellenbogen staat op één, gevolgd door gestrekt en incidenteel wijd.
-combinatie hoge ellenbogen en gestrekt.
In die techniek is de contra A ademhalingskant gestrekt in tegenstelling tot de andere zijde (hoog).

Met betrekking tot de ademhaling wordt er gebruikt gemaakt van een extra ademhaling vlak voor het keerpunt (soms zelfs bilateraal 1) terwijl na het keerpunt vaak extra adembeperking plaats vindt.

De strategie van het ademhalen, zoals eerder gemeld mede afhankelijk van de wedstrijdafstand, vraagt veel aandacht en oefening.
De mannen halen op de kortste afstand, 50 meter, geen ademhaling, de vrouwen maximaal éénmaal.
Vrijwel iedereen haalt op de 100 en 200 meter de eerste slagen geen adem, vanwege de extra snelheid door de start en....ademhalen kost tijd.
De absolute toppers beperken vrijwel altijd hun ademhaling als de laatste slagen worden ingezet want die zuurstof is niet meer wedstrijd functioneel en die ademhaling kost onnodig tijd.

Het begrip supra maximaal staat tegenover slow motion. Bij supra maximaal wordt een beperkt aantal slagen zogenaamd boven wedstrijd snelheid gemaakt. Deze vorm wordt meestal toegepast aan het einde van een W-U.

Tips

1.Maak niet direct een definitieve eindkeuze;
2.bestudeer en / of voel in de variatievormen of een afwijkende keuze voordeliger kan zijn;
3.kijk veel naar andere sporters, vooral de toppers en leer daarvan;
4.neem vooral de tijd om te leren;
5.waak voor te vlug op snelheid te willen.
Belangrijk advies:
-pas het aangeleerde toe in de steigerungs (zowel bewegings- als zwemsnelheid);
-start de steigerungs aanvankelijk rond de 30/40% en bouw deze op naar 70/80%;
-bouw dit op en uit van 50% naar maximaal 90%, zodat de controle behouden blijft.

Einde

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column