DE OPKOMST EN ONDERGANG VAN HET OPEN WATER ZWEMMEN

2025-06-07, door: George Sieverding

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column

Ooit bestond het open Water Zwemmen uit een aantal langebaanwedstrijden. Rond 1950 ontstond er een structuur die leidde tot het instellen van klassementen. Na afloop van iedere zomerseizoen verschenen de eindstanden van deze klassementen in de Zwemkroniek, het Bondsorgaan van de KNZB (Koninklijke Nederlandse Zwem Bond). De winnaars ontvingen een Zwemkroniek Beker. Een winnaar moest de kortste totaaltijd over 10 kilometer (2*3 en 2*2) realiseren. Het aantal wedstrijden was niet belangrijk, de snelste 2*3 en 2*2 tijden opgeteld, waren bepalend. Dus deelname aan een groot aantal wedstrijden verhoogde de kans op "wegstreep kilometers".

Het Open Water Zwemmen groeide en bloeide mede door de wekelijkse artikelen in de Zwemkroniek en het vermelden van tussenstanden en zelfs het realiseren van de eindstanden nog tijdens de prijsuitreiking van de laatste wedstrijd in Vlissingen. Met papier en potlood werden de officieuze eindstanden gemaakt en konden de Beker winnaars direct worden gehuldigd.
Het aantal wedstrijden nam snel toe. Steeds vaker hadden meerdere wedstrijden voorkeur voor eenzelfde datum. Bij het realiseren van de kalender bleek al snel het gebrek aan inzicht en daadkracht van de officiële KNZB langebaan commissie.
Fantastisch voor de organisatoren explodeerde het aantal deelnemers. Lag het gemiddelde per evenement in de jaren vijftig en zestig rond de 250, dit nam in de jaren zeventig snel toe tot ruim 600 met een record voor de Amsterdamse Bosbaan met meer dan 2.000!
Rond 1980 bereikte de populariteit het hoogtepunt, doch er verschenen ook wolkjes aan de horizon.

Deze aanvankelijke donkere wolkjes werden al snel donderkoppen waarbij de belangrijkste aandachtspunten: de kritiek op de samenstelling van de klassementen, het eindeloos uitbreiden van het aantal programma onderdelen, alsmede de toestemming om aan twee of meerdere onderdelen deel te nemen en niet in het minst de groeiende vraag naar aparte klassementen voor de Masters.
De kenners zagen de bui al hangen en spottend werd er in die tijd gezegd "de dag is nabij dat er per onderdeel zo weinig deelname is dat iedereen een prijs wint".

Naast deze strijd om de Zwemkroniek Bekers nam een aantal nationale Open Water coryfeeën deel aan internationale wedstrijden en het professionele circuit. Vanaf dat moment "bestonden" deze grootheden niet meer voor de KNZB en werden ook zelden of nooit meer genoemd. Herman Willemse en Judith de Nijs behaalden wereldtitels in de nationale anonimiteit doch gelukkig volop in de internationale schijnwerpers. Deelnemen aan Nederlandse wedstrijden werd hen echter verboden.

De groei en bloei van het Open Water Zwemmen ging gepaard met een groeiende belangstelling voor wedstrijden en pogingen langer dan de wedstrijden meetellend voor de Zwemkroniek Bekers. De zogenaamde zwemmarathons verschenen. De 3-Sluizen Marathon van Anna Paulowna, de IJsselmeer oversteek van Stavoren naar Medemblik, de 16 km van Sluis en steeds vaker deden de beste Open Water zwemmers en zwemsters een poging om Het Kanaal, Engeland - Frankrijk, te bedwingen.
Geleidelijk nam het respect en waardering van de sporters grote vormen aan voor Willemse en de Nijs.

Uit alle beschikbare informatie bleek dat Records en Ranglijsten van essentieel belang waren voor deze groei en bloei. Dit betrof zowel de langebaanwedstrijden, de baanrecords, ranglijsten

Het was duidelijk dat de KNZB langebaan commissie toe was aan een opfrisbeurt. Een aantal jonge enthousiaste en deskundige sporters en trainers bespraken een mogelijke structuur voor de toekomst.
In die jaren tachtig ontstond er een tweedeling tussen een aantal kenners en de "nieuwe Open Water Werkgroep" waarop de KNZB grip trachtte te behouden.
Het eindeloos doorvoeren van uitbreiding programma onderdelen, het toevoegen van de Masters kon de toets der kritiek nog doorstaan.

De genadeklap, zoals nu blijkt, bleek het instellen van de nieuwe klassementen te zijn. Niet langer gebaseerd op tijden doch op de afstand in relatie tot de winnaar van het onderdeel. Daarmee werd een mogelijk gesjoemel met betrekking tot baanlengte en stroming weliswaar ondervangen doch tijdens een wedstrijd in Zeeland werd aangetoond dat er behoorlijk gemanipuleerd kon worden en dat de eindeloze jacht op baanrecords verdween want tijden werden onbelangrijk. Met name dit laatste, de jacht op records, zou uiteindelijk leiden tot de ondergang van het bijzondere hoge Nederlandse niveau.

Nederland had een grote naam op het gebied van de internationale marathons. Monique Wildschut was de volgende die toetrad tot het gilde van de professionals en met succes, zie de 6 wereldtitels. Als meervoudig langebaan kampioene en succesvol marathon zwemster direct naar de wereldtop bij de professionals. In Nederland was haar vertrek geen punt van belang, gezien de breedte, doch er had beter naar de consequenties gekeken moeten worden. Toen eind jaren tachtig er internationale kampioenschappen Open Water Zwemmen ontstonden, nam onder andere Nederland het voortouw in de successen. Opnieuw werd er niet gekeken naar de structuur en geluisterd naar de waarschuwingen van kenners.

Heel geleidelijk ontstond er een buitenlandse Open Water overheersing. Nederland scoorde met enige regelmaat nog een topprestatie doch van een structurele aanpak en doorstroming bleek al snel geen sprake meer te zijn. Onze veelvuldig kampioene Sharon van Rouwendaal lijkt "de laatste der Mohikanen". Nationaal zijn er geen opvolgers in beeld die de afstand met haar kunnen verkleinen.
Het stoppen van Van Rouwendaal betekent dat er zelfs geen Nederlandse zwemmers of zwemsters meer kunnen deelnemen aan internationale kampioenschappen.

Het laatste EK (citaat Open Water Swimming 02-06-2025):
Einde van een tijdperk: geen Nederlandse zwemmers aan de start bij EK openwaterzwemmen 2025
Dit verslag laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Ondanks de uitbreiding van het aantal programma onderdelen is er zelfs geen enkel zicht meer op eventuele deelname.

Het Beleid van de KNZB (citaat 25-08-2024).
Gezien het niveau mag worden gesteld "geen KNZB Beleid ten opzichte van het Open Water Zwemmen".

Conclusies
1.De KNZB en de Werkgroep Open Water Zwemmen zijn er niet in geslaagd de structuur van het huidige Open Water Zwemmen om te vormen tot een succes formule.
2.Zowel de KNZB als de Werkgroep Open Water Zwemmen hebben zich structureel afgesloten voor ervaren en succesvolle kenners met een afwijkende mening.
3.Nog altijd een chronisch gebrek aan inzicht en daadkracht.
4.Uit de organisatie structuur anno 2024 blijkt geen enkele relatie tot hun genoemde uitgangspunten.
5.Terwijl de basis aan het verzuipen is, wordt jaarlijks de loftrompet gehanteerd over de ontwikkelingen aan de basis. Een tegenstrijdigheid die enerzijds wordt onderbouwd door de nog altijd durende terugloop van het aantal deelnemers ten opzichte van de door de KNZB en de Werkgroep Open Water Zwemmen gehanteerde cijfers.
6.Het besef dat de basis, records en ranglijsten, het respect en waardering voor de kampioenen, het recept, naast onvoorstelbaar langduig en hard te willen werken, vormen voor een structurele en succesvolle toekomst ten ene male ontbreekt.

Epiloog
Als schrijver van tientallen Columns over deze materie, als voormalig gepassioneerd en redelijk succesvol Open Water trainer / coach, nog altijd ondersteuner van verenigingen die het Open Water een warm hart toedragen, heb ik gemeend om een laatste poging tot "beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald" te ondernemen.

 

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column

© George Sports/NatriSoft 2025