TECHNISCHE VAARDIGHEID: ALTIJD OP DE EERSTE PLAATS!2011-01-12, door: George Sieverding Nieuwe column < Overzicht > Oude column In het NRC Handelsblad d.d. vrijdag 24 december 2010 staat een uitstekend artikel over de mening van Jaap ten Kortenaar, broer van schaatser en wetenschapper Marnix, betreffende de ontwikkelingen rond Sven Kramer. In dit artikel “Afwijkende mening niet op prijs gesteld”, geeft Ten Kortenaar aan vroegtijdig te hebben gemeld “maar bij de WK afstanden klopte zijn techniek helemaal niet meer. Hij zat duidelijk te hoog en zwierde veel meer over de baan”.
Op de Zwemkroniek website d.d. maandag 10 januari 2011 wordt een clinic aangekondigd met als kop: beter zwemmen kun je leren! De topzwemmers Joost Reijns en Sebastiaan Verschuren starten in januari 2011 met clinics. “Zwemmen kan iedereen, goed zwemmen is te leren”. Zowel Ten Kortenaar als Reijns en Verschuren benaderen de sport vanuit de techniek. Nederlands beste voetballer aller tijden, de legendarische Johan Cruijff, spreekt altijd over handelingssnelheid. Hoe hoger de handelingssnelheid, des te minder vat de tegenstander heeft. Ook Louis van Gaal hamert constant op verbetering van de individuele tekortkomingen om de handelingssnelheid te verhogen. Het sterrenteam van FC Barcelona, onder leiding van de jonge doch zeer succesvolle trainer / coach Josep Guardiola, speelt met afstand het beste voetbal van de wereld. “Pep”, zoals zijn koosnaam luidt, traint op continue verhoging van de handelingssnelheid in een steeds kleiner worden ruimte onder toenemende druk. Er gaat zelfs het gerucht dat “zijn Barça” het positiespelletje 8 : 8 in de middencirkel beheerst, nauwelijks voor te stellen! Verhoging van handelingssnelheid vereist technische vaardigheid. In de jaren tachtig van de vorige eeuw legt het Nederlands volleybalteam, in het zogenaamde Bankras model, de basis voor een lange reeks successen met als hoogtepunten de Olympische zilveren medaille in 1992 en zelfs het goud in 1996. De bedenker van deze revolutionaire aanpak, succescoach Arie Selinger, laat zijn spelers duizenden keren dezelfde handelingen verrichten. Ook wordt meegewerkt aan een onderzoek om de spronghoogte te verbeteren. Een groep volgt een specifiek krachttrainingsprogramma, gericht op spronghoogte, terwijl een andere groep de techniek van het springen blijft verbeteren. De laatste groep scoort uiteindelijk het beste, doch inmiddels is duidelijk dat een combinatie tot het beste resultaat kan leiden. Selinger senior en tegenwoordig zoon Avital, bij het Nederlandse damesteam, hameren dag in dag uit op technische vooruitgang zodat tactisch handelen de tegenpartij voor onoplosbare problemen stelt. Verhoging van handelingssnelheid vereist technische vaardigheid. Ten Kortenaar, Reijns en Verschuren hebben niet te maken met de complexiteit van de bewegingen van de teamsporter. De teamsporter handelt iedere seconde anders. Nooit eenzelfde uitgangspositie, steeds wisselende snelheden, verplaatsingen over korte en lange afstanden, weerstandsverschillen etc. etc.. Bij Ten Kortenaar, Reijns en Verschuren gaat het om “relatief eenvoudige bewegingspatronen”. Bewegingspatronen die heden ten dage zelfs met behulp van computersimulatie kunnen worden vastgelegd respectievelijk verbeterd. Omdat weerstand kwadratisch toeneemt is het verstandiger om het model, het lichaam, in de optimale positie te brengen en te houden dan om de strijd aan te gaan van onbeperkte krachtstoename. De weerstand neemt af bij een hogere technische vaardigheid. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw ontwikkelt de techniek van de schoolslag revolutionair. Vanuit een totaal vlakke ligging / positie, wordt gekozen voor een golvende baan. De “grote boosdoener” bij de vlakke ligging / positie: de enorme anteflexie, soms wel tegen de 90 graden, in het heupgewricht tijdens de contrafase van de benen. De afnemende anteflexie, indien fysiek mogelijk zelfs om te zetten in retroflexie, vermindert dusdanig de vormweerstand dat de tijden bij vrijwel iedereen explosief verbeteren. De weerstand neemt af bij een hogere technische vaardigheid. Uit bovenstaande blijkt overduidelijk dat er altijd en onder alle omstandigheden eerst wordt gekozen voor technische verbetering. Indien technische perfectie haalbaar zou zijn, in dat geval verschuift misschien de technische aandacht naar de tweede plaats. Om de techniek van een model, het lichaam, te kunnen optimaliseren wordt kennis gevraagd van de trainer / coach. Gezien de complexiteit van deze, ogenschijnlijk eenvoudige, technieken lijkt het inroepen van externe deskundigheid noodzakelijk. Niet iedere trainer / coach heeft het oog van de meester of beschikt over de vaardigheden om computersimulaties te realiseren en vervolgens over te brengen op de sporter. Toch lijkt de keuze “Technische vaardigheid: altijd op de eerste plaats!” een overduidelijk en niet ter discussie staande. PS. “Beter zwemmen kun je leren” sluit bij het bovenstaande aan. “Swimclinics wil graag helpen”, geen slecht idee. Bij het nalezen van het persbericht valt echter op dat ook andere items aandacht kunnen krijgen, evenals de maatschappelijke betrokkenheid etc. etc.. Dan bekruipt toch weer het gevoel “het gaat hierbij niet om het aangegeven doel, doch om de knikkers”. Legitiem, doch maak dan duidelijk dat twee topzwemmers op het idee zijn gekomen om veel geld te verdienen. Advies: “schoenmaker houd je bij je leest”, dus verenigingen en groepen: “bezint eer ge begint”.
|
© George Sports 2018