“Bedriegers”2010-07-16, door: George Sieverding Nieuwe column < Overzicht > Oude column Het zoeken naar competitief voordeel is van alle tijden. Al sinds men geschiedenis beschrijft, wordt melding gemaakt van bijzondere middelen. In de derde eeuw voor het begin van onze jaartelling eten de Grieken paddenstoelen. In de Romeinse tijd gebruiken de gladiatoren genotmiddelen, terwijl atleten volop experimenteren met cafeïne, alcohol, opium, nitroglycerine en zelfs het krachtig stimulerende strychnine. In de strijd op leven en dood in de Romeinse arena’s is alles toegestaan. Geen middel wordt geschuwd. Doping: niet verboden.
Doping is van alle tijden, van alle sporten. Van (A) atletiek tot en met (Z) zwemmen. Ook de teamsporten, evenmin als de paarden- en duivensport, zelfs de denksporten ontkomen er niet aan. Wat aan het licht komt vormt ongetwijfeld slechts het topje van een ijsberg. De communis opinio is en blijft verdeeld. Met name de Tour de France lijkt onlosmakelijk verbonden met doping. Vanaf de start (1903) tot en met de jaren veertig wordt doping ervaren als een aanvaardbare methode. Uit interview in 1949 met Fausto Coppi: “iedereen gebruikt amfetamine, zonder zijn deze prestaties onmogelijk”. Doping: aanvaardbaar. “Dopingzondaars” zijn zij die met oneigenlijke hulpmiddelen prestaties trachten te bevorderen. Maar wordt er niet te snel gesproken over “bedriegers?” Wat te denken van sponsors, sportbestuurders en organisatoren! Om coaches, trainers, artsen en soigneurs niet te vergeten! Sponsors willen exposure. Organisatoren toeschouwers, hoge kijkcijfers en daaraan gerelateerde inkomsten. Sportbestuurders pakken dankbaar iedere seconde media aandacht. Coaches en trainers zijn afhankelijk van successen. Artsen en soigneurs maken naam door hun deskundigheid en vaardigheden. Contractueel: bij dopinggebruik volgt direct ontslag. Mondeling: pak wat je wilt, zorg dat je niet wordt gesnapt. Doping: (on) aanvaardbaar. Ontkenning is traditioneel. Toch komt toegeven steeds vaker voor. De lang heersende omerta, absolute zwijgplicht, brokkelt af. Vraagtekens moeten worden geplaatst bij de huidige strafmaat. Nuancering lijkt hoogst noodzakelijk. Een jeugdig onvolwassen sporter vertrouwend op de begeleiding vergelijken met een volwassen recidivist? Een spijtoptant die fouten toegeeft en zelfs de bronnen vermeld hetzelfde straffen als een hardnekkig zwijgende sporter? “Beloon” spijtoptanten en de kans dat doping met wortel en al wordt uitgeroeid is groter dan met de huidige aanpak. Doping: onaanvaardbaar. Jacques Anquetil, kampioen van de oude en de nieuwe tijd. Anquetil, “dopingzondaar”. Anquetil, “bedrieger”. Van de winnaars, na het tijdperk Anquetil, blijkt een grote groep “dopingzondaars” zelfs recidivisten. Eddy Merkx en Joop Zoetemelk worden gepakt, soms meerdere keren. In 2007 wordt Floyd Landis de zege van 2006 ontnomen. Michael Rasmussen in 2008 zelfs uit de strijd genomen. Bij de overwinningen van Lance Armstrong en Alberto Contador, samen goed voor 9 overwinningen, worden vraagtekens geplaatst. Onderzoeken lopen. Op mechanische doping wordt al gecontroleerd. Gendoping volgt. Doping: onuitroeibaar. Henk Kraaijenhof, ruim 25 jaar trainer / coach van onder andere Nellie Cooman, Merlene Ottey en Troy Douglas en tegenwoordig actief als Technisch Directeur en performance consultant in de internationale sportwereld, betoogt: “geen wonder dat men gezien de ontwikkelingen van gentherapie anticipeert op het gebruik van gentherapie ter verbetering van het prestatievermogen. Er zijn uiteraard sterke krachten, zoals overkoepelende sportorganisaties, bijvoorbeeld het IOC, die deze ontwikkeling signaleren en proberen tegen te gaan. Men moet niet vergeten dat deze organisaties en hun denkbeelden stammen uit het Victoriaanse tijdperk en zowel hun ondemocratische structuren, hun paternalistische gedachten en hun morele hypocrisie niet zijn meegegaan met internationale maatschappelijke, politieke, sociologische en psychologische ontwikkelingen”. Doping: toch toestaan? (Wordt vervolgd)
|
© George Sports 2018