Dodenploeg (extra lange column)2010-07-17, door: George Sieverding Nieuwe column < Overzicht > Oude column Tijdens de Olympische Spelen van Rome (1960) stort de Deense wielrenner Knud Jensen Enemark tijdens de 100 km. ploegentijdrit volledig in en overlijdt later in het ziekenhuis. Uit de autopsie blijkt: amfetamine en ronicol. In de Tour van 1966 blijkt een derde van de geteste renners amfetamine te gebruiken. Tom Simpson sterft in 1967 tijdens de beklimming van de Mont Ventoux. Een combinatie van hitte, uitputting, cognac en amfetamine worden de Brit fataal. Twee bekende verhalen uit een never ending story.
September 1971. Het WK wielrennen in Mendrisio. Vier onbekende Belgen winnen de 100 km. ploegentijdrit. De Nederlandse ploeg, met onder andere specialist Fedor den Hertog (op dat moment veruit de beste amateurrenner van de wereld), Frits Schür, Aad van den Hoek en Adrie Duyker, zwaar favoriet wordt met meer dan 1.30 geklopt. Staf Hermans, Ludo Vanderlinden, Staf van Cauter, Louis Verreijdt plus de reserves Freddy Maertens en Marc Demeyer, die de gezamenlijke voorbereiding hebben meegemaakt, worden wereldkampioen en presteren boven ieders verwachting. Ook Pierre Bellemans, een van de grote Belgische wielertalenten viert het feest mee. Freddy Maertens, later één van de meest succesvolle renners uit de Belgische wielergeschiedenis, en Marc Demeyer tekenen bij Flandria. Louis Verreydt bij IJsboerke. Ludo Vanderlinden wordt opgenomen in het elite team van Molteni, de ploeg van Eddy Merkx. Pierre Bellemans gaat naar het Italiaanse SCIC. Staf Hermans en Staf van Cauter tekenen bij de bescheiden formaties van Watney en Rokado. Een toekomst als professional lacht hen tegemoet. Hoe anders de werkelijkheid. 11 september 1972. Eén jaar na Mendrisio. De wielerwereld wordt opgeschrikt door de plotselinge dood van Pierre Bellemans (23). In 1977 sterft Louis Verreydt (26). Marc Demeyer (31), de “Beul van Outrijve” sterft in 1982. 13 december 1983 zakt Ludo Vanderlinden (32) ineen en sterft. Allen wilskrachtige kerngezonde jonge mannen. Allen sterven door een hartstilstand. Freddy Maertens, één van de overlevenden, schrijft in zijn boek “Niet van horen zeggen”: “Om in aanmerking te komen voor de ploeg voor het wereldkampioenschap in Mendrisio moest ik van de wielerbond deelnemen aan een stage in De Haan, dat aan de kust ligt. Het viertal dat wereldkampioen werd, verbleef er ook. Twee van de vier zijn inmiddels overleden. Dat kan niet zomaar een toeval noemen. Het is een feit dat het viertal op een speciale wijze voor de titelstrijd geprepareerd werd. Ik heb een en ander met eigen ogen gezien. De vroegtijdige dood van Verreydt en Vanderlinden vindt daarin zijn wortels, daar ben ik van overtuigd”. Dokter Gerard Daniels uit Oostende functioneert in 1971 als bondsarts van de Belgische ploeg tijdens het WK. Naar eigen zeggen heeft hij de jongens nooit iets zien gebruiken. In 1972 doorzoekt hij, op last van de voorzitter van de Belgische wielerbond Albert van Mosselvelde, de kamers op verboden producten. Hij schrikt. Is verbijsterd. Renners met koffers vol verboden producten. Alles wordt in beslag genomen. Met name testosteron en ACTH blijken populair bij de renners. Staf Hermans en Staf van Cauter overleven. Jaren later verbreekt Staf van Cauter het stilzwijgen. “Als ik niet gestudeerd had, was ik misschien ook niet zo voorzichtig geweest. Dan had ik ook stommiteiten begaan. Ik had als student veel gelezen over ACTH, ik vertrouwde het product niet. In die tijd werd in de sportwereld echter vrij zorgeloos met hormonale producten omgesprongen. Mijn dokter Jasper zei tegen mij: “Blijf van dat spul af, want wij weten niet wat de gevolgen op termijn zijn” “. Freddy Maertens schrijft verder: “In het hotel waar wij verbleven, hotel lylita, had de eigenaar Henri Bouwens een grote aap in een kooi zitten. Op een dag wierpen wij hem een peppilletje toe. Het dier rook eraan en gooide het weg. Toen verstopten we een pilletje in een stuk chocolade, maar de aap was niet van gisteren en haalde het pilletje eruit. Onze derde poging was raak. We verpulverden het pilletje tot poeder en mengden dit in de crème van de chocolade. Nietsvermoedend werkte de aap nu alles naar binnen. En onder onze aanmoedigingen werd het dier in zijn kooi superactief”. Het verhaal wordt bij Henri Bouwens gecontroleerd en die verklaart: “Op een dag toen de renners in mijn hotel logeerden, werd de aap, een lief dier dat door een vriend uit Zaïre was meegenomen, zeer agressief. Er was geen houden aan. Later vernam ik dat de renners mijn aap doping hadden gegeven. Dat hebben ze ook met de vissen in mijn vijver en met de vogels in mijn volière gedaan”. De boeken van Jean Nelissen “Doping: het duivelse spel met leven en gezondheid”, Willy Voet “Prikken en Slikken”, Eric Rijckaert “De zaak Festina en het recht van antwoord van dokter Eric Rijckaert” en van Paul Keysers “Doping: het circus van list & bedrog”, verhalen over middelen, methodes, gebruikers en verstrekkers. Artsen zoals de Fransman Bernard Sainz, bekend onder de naam Dr. Mabuse, het Italiaanse drietal Francesco Conconi, Michele Ferrari en Luigi Cecchini, het Spaanse duo Eufemiano Fuentes en José Luis Merino Batres, tenslotte de Duitsers Lothar Heinrich en Andres Schmidt zijn allen zeer dicht betrokken geweest bij vermeend of bewezen dopinggebruik door wielrenners en atleten. Van zeer recent dateren de Balco, Spaanse en Weense affaires. Marelle Boersma, auteur van Complex Schaduwspelen, schrijft in haar literaire thriller: “Een nieuw genetisch middel plaatst een topatlete op de Olympische Spelen voor een dilemma. Kiest ze voor eerlijkheid of voor de winst?”. Jurryt van de Vooren in “En toen was er sport” schrijft in zijn boek over de zwangere voetballer. In de WK finale van 1978, Argentinië – Nederland, wordt een Argentijn betrapt met de hormonen van een zwangere vrouw. Training, aanleg en faciliteiten blijken allang niet meer genoeg. Een nieuw geloof doet zijn intrede, het geloof dat je je alleen kunt handhaven in de top met behulp van het laboratorium. (Wordt vervolgd)
|
© George Sports 2018