Le Grand Départ2010-07-03, door: George Sieverding Nieuwe column < Overzicht > Oude column Vandaag, zaterdag 3 juli 2010, start de 97e Ronde van Frankrijk vanuit Rotterdam. Na de Olympische Spelen, het WK voetbal ongetwijfeld het grootste sportspektakel ter wereld. Een spektakel dat jong en oud, sportief en niet sportief, arm en rijk, aanspreekt. De Tour is van en voor iedereen. De komende weken zit meer dan de helft van de wereldbevolking dagelijks gekluisterd aan de TV. Namen als Lance Armstrong, Alberto Contador, Ivan Basso, de gebroeders Frank en Andy Schleck spreken tot ieders verbeelding. Wielrennen is van het volk. De heroïek kent geen grenzen. Vrijwel alle helden hebben een bijnaam. Een bijnaam passend bij hun optreden, hun erelijst, hun bijzondere momenten en werkelijk iedereen kent hen onder deze bijnamen.
Lance Armstrong (1971), recordhouder met 7 overwinningen, wordt “The Boss” genoemd. Niemand kan actie ondernemen zonder toestemming van Lance. Lance heerst als in zijn hoogtijdagen en lijkt opnieuw één van de favorieten. Tweevoudig winnaar Alberto Contador (1982), “El Pistoleros”, is een stuk jonger dan Lance en vast van plan om een terugkeer van Lance aan de top te voorkomen. Twee topfavorieten. Twee topsporters met een passende bijnaam. Hoe anders ligt dit bij Ivan, Frank en Andy, of Robert Gesink, door vele Nederlanders gezien en getipt als potentiële top vijf rijder, of bijvoorbeeld Leipheimer, Klöden etc. etc. De wereld kijkt uit naar het duel der giganten, zal de adem inhouden als “The Boss” in de bergen onder druk komt te staan van de Spaanse klimgeit “El Pistoleros”, maar neemt met beduidend minder interesse kennis van andere prestaties. Een tweestrijd als nu verwacht, is van alle tijden, slechts onderbroken door de heerschappij van Eddy Merkx, “De Kannibaal”, of het optreden van Bernard Hinault, “Le Blaireau (heel vrij vertaald “De Das”). In de jaren zestig heerste de Fransman Jacques Anquetil, “Monsieur Chrono”. De populariteit van de Tour groeide echter uit tot ongekende hoogtes nadat Raymond Poulidor, “Poupou”, de handschoen opnam tegen zijn illustere landgenoot. Van nog eerder dateren de gevechten tussen de Italianen Gino Bartali, met als bijnamen “Gino de monnik” of “Gino de vrome” en de legendarische Fausto Coppi, “IL Campionissimo”. De tweestrijd, altijd weer, maakte deze sport tot wat het heden ten dage is. Nog altijd verschijnen boeken over hen die worden verslonden door de wielerfans. De komende Tour zal in de columns aandacht worden geschonken aan legendarische Tour momenten. Frederico Bahamontes, “De Adelaar van de Toledo”, noch onze Joop Zoetemelk, “De eeuwige Tweede” zullen hierin ontbreken. Het accent komt echter te liggen op het wielrennen en de bijnamen. Het zouden synoniemen kunnen zijn.
|
© George Sports 2018