ALS (ALGEMENE LICHAAM SCHOLING): TOUWTJESPRINGEN (1)2010-11-14, door: George Sieverding Nieuwe column < Overzicht > Oude column Touwtjespringen als belangrijk onderdeel van de ALS. Sedert jaren wordt door sporters, tijdens de wekelijkse zaterdagochtendtrainingen op het KNVB Sportcentrum te Zeist, gesprongen. Touwtjespringen als vast onderdeel van de training. Uit het touwtjespringen haalt zowel de sporter als de begeleiding onvoorstelbaar veel informatie. Om tot goede referenties te komen is een vast protocol een absoluut vereiste.
Protocol De sporter springt iedere laatste zaterdagochtend van de maand, ’s ochtends tussen 06.45 – 07.00 uur, voor de start van de zwemtraining. Er wordt gedurende 60” gesprongen. Tijdens deze 60” wordt het aantal succesvolle omwentelingen geteld*. Sporters en tellers horen dezelfde commando’ s: 5 seconden voor aanvang “klaar, 3,2,1, tel – 15” – 30” – 45” en stop”. Soms wordt hieraan toegevoegd: “sporter X 50 / 12 – 100 / 25 – 150 / 37 – 200 / 50” dat wil zeggen: sporter X scoort 50 omwentelingen in 12” etc.. Bij foutspringen wordt opnieuw gestart en gaat de teller verder. Sporter X springt af bij 47. Stopt. Begint opnieuw. De teller gaat verder vanaf 47. De uitslagen worden vastgelegd in maandoverzichten, evenals de recordlijst “Aller Tijden”. De winnaar over het seizoen, dat eindigt op de laatste zaterdag van juni, ontvangt op de laatste zaterdag van september in het volgende seizoen de “Altijd Eentje Meer Trofee” uit handen van de vorige winnaar. Op deze trofee staan namen en aantallen van winnaars vanaf 2000 plus naam, het absolute record en het jaartal van vestiging. *Tegenwoordig wordt op het hoogste niveau gebruik gemaakt van een jump-counter. Techniek Ook de techniek van het springen ligt vast. Net als bij het boksen wordt er been voor been gesprongen en per been dient er één omwenteling te worden gemaakt. Dit vormt de basis en zo wordt er gesprongen en geteld tijdens de maandelijkse pogingen. Om zowel maximaal als optimaal te kunnen springen is er een aantal technische tips: -armen dicht bij het lichaam; -knieën niet te hoog; -lengteas lang en recht. Score Uit de overzichten blijkt welke minimum aantallen een sporter in Zeist maandelijks dient te springen. Sept. 140/170, okt. 150/180, enz. tot en met juni 190/220. Sept. Staat uiteraard voor de laatste zaterdag van september. Het eerste getal is het minimum voor de nieuwkomers, het tweede voor de vaste sporters. Jaarlijks tracht een aantal sporters te klimmen op de recordlijst “Aller tijden”. In het laatste decennium, 2001-2010: 08-2005-254-zwemmen (staat voor: plaats nummer 8, gesprongen juni 2005, 254 omwentelingen, gerealiseerd door iemand uit het zwemmen) 11-2009-248-zwemmen 13-2009-246-zwemmen 18-2000-244-zwemmen* 19-2004-242-triathlon 19-2010-242-zwemmen 25-2009-238-zwemmen Op deze ranglijst staan: trainers en trainsters, zwemmers en zwemsters, triatleten, hardlopers en wielrenners. *Gerealiseerd door een Belgische zwemster. ALS Het touwtjespringen in het algemeen en de ontwikkelingen naar en binnen het springen van de zaterdagochtendgroep in het bijzonder geeft, zoals eerder gemeld “Uit het touwtjespringen haalt zowel de sporter als zijn / haar begeleiding onvoorstelbaar veel informatie”. Welke informatie levert dit op en wat hiermee te doen, zijn de twee meest gestelde vragen. Antwoord op vraag 1: -ontwikkeling coördinatie (beweging) -(beperkte) ontwikkelingweerstand (metabolisch) -inzicht verkrijgen in het optimaal leveren van prestaties rond de 60” (psychisch) Antwoord op vraag 2: -ontwikkeling coördinatie; variaties in de bewegingsvorm -ontwikkeling weerstand; variaties in tijd en tempo’s -optimalisering; variaties in rekenvormen Touwtjespringen 2 In het volgende deel over de plaats van het touwtjespringen in de ALS wordt ingegaan op de voorlaatste alinea (ALS) waarbij uitgebreid aandacht zal worden besteed aan de beweging – het metabolisme – rekenvormen. Uiteindelijk zal blijken dat het touwtjespringen, in deze vorm, belangrijke en nuttige informatie verstrekt over de sporter en diens prestatie.
|
© George Sports 2018