TOEKOMST NEDERLANDSE SPORT
2024-09-20, door: George Sieverding
Nieuwe column < Overzicht > Oude column
De Koning begon de jaarlijkse Troonrede ditmaal met een lofzang op de sportieve prestaties van Nederland tijdens de Olympische spelen en Paralympics in Parijs. In eerdere Columns is aangetoond dat Nederland sedert de Spelen van Sydney (2000) structureel in de Top-Tien van de Olympische- en Paralympics Medaillespiegels staat. Uiteraard is het streven om deze positie te consolideren (als 67e land qua bevolkingsaantal, 17.280.000 uit 2020 volgens CIA World Factbook). Dat vraagt om beleid op de korte- middellange- en lange termijn dat breed wordt gedragen. Het dient één van de doelstellingen te zijn van de Nederlandse Sportwereld alsmede een Politieke keuze.
Er is de laatste maanden veel gesproken over de aangekondigde bezuinigingen in het algemeen en die voor de sport in het bijzonder. Over welke bezuinigingen gaat het hierbij en welke invloed heeft dit op de praktijk?
1. Kans op prijsverhoging, door hogere BTW, voor ondernemende sport. De verlaagde BTW vervalt voor sport waar de aanbieder naar winst streeft.
2. Door de verhoging kansspelbelasting wordt de afdracht aan de georganiseerde sport verlaagd.
Tijdens de politieke beschouwingen met betrekking tot de gepresenteerde plannen tijdens Prinsjesdag, en de volgende dagen tijdens de debatten hierover werd over een paar dingen duidelijkheid gegeven.
Prinsjesdag: Belang van sport duidelijk voor kabinet, NOC*NSF blijft bezorgd.
(Bron: NOC*NSF / KNHS, 18-09-2024, 17:08)
"Het kabinet maakte overduidelijk dat het de sport een warm hard toedraagt en de maatschappelijke impact van de sport onderkent. In 2025 geen bezuinigingen op de sportbegroting van VWS"
Helemaal verdwenen zijn de zorgen echter niet vanwege het tweetal bovenstaande maatregelen.
De huidige BTW vrijstelling voor sportorganisaties zonder winstoogmerk blijft in stand. Sporten bij een niet-commerciële sportvereniging wordt dus niet door deze wijziging geraakt. Is dat zo?
Een deskundige heeft het volgende laten weten:
"Het gaat er niet om of de afnemer (de club) een BTW verplichting heeft maar
het gaat om diegene die verhuurt.
In geval van Gemeenten zijn die geen BTW ondernemer in geval van Optisport wel (commercieel bedrijf)."
Conclusie: bij BTW verhoging voor commerciële bedrijven betalen niet commerciële sportorganisaties "gewoon" de verhoogde BTW!
Tijdens deze Algemene Beschouwingen zal het duidelijk worden welke maatregelen daadwerkelijk worden doorgevoerd en wat dat voor consequenties heeft voor de sport.
Nu is reeds duidelijk dat het spreken over bezuinigingen niet correct is. Het betreft in een aantal situaties lastenverzwaring.
In de hier volgende korte- middellange en lange termijn visie wordt een opzet gepresenteerd die de Sport in het Algemeen en de Topsport in het Bijzonder geleidelijk minder afhankelijk maakt van alle vormen van overheidsondersteuning. Daarbij wordt ingezet op een aanpak die het begrip "eigen broek ophouden" op termijn volledig realiseert.
2024-2028 van Parijs naar Los Angeles.
Te benoemen als korte termijn.
In deze periode geen essentiële wijzigingen in het huidige financiële overheidsbeleid. Wel dient er een studie plaats te vinden die een herschikking onderzoekt. Dit onderzoek moet worden afgerond voor de start van 2028. Advies: accenten jeugdsport en breedtesport waaronder het her-instellen van het schoolzwemmen (beschikbaar stellen accommodaties, regelen vervoer, aanstellen instructeurs) en het dagelijks bewegen op basis scholen (accommodaties en leerkrachten).
In deze periode dienen de organisaties in de sport (NOC*NSF, sportverenigingen etc.) zich te heroriënteren op hun uitgangspunten. Advies: een scheiding aanbrengen tussen breedtesport, topsport en volledig professionele organisaties.
2024-2032 van Parijs naar Brisbane
Deze periode te benoemen als middellange termijn.
Een geleidelijke overgang van de overheidsmiddelen naar jeugd- en breedtesport en daarvoor ook weer extra middelen beschikbaar stellen in het kader van de sociaal maatschappelijk functie.
De scheiding in de sportwereld dient zich volledig te voltrekken. In samenhang met de overheid de breedtesport stimuleren. De middelen die voor de topsport noodzakelijk zijn generen uit sponsor bijdragen en snel afnemende subsidies. Voor volledig professionele organisaties geldt "eigen broek ophouden" waarbij een nieuw op te richten orgaan, in de lijn van de huidige FRS (Financial Rating Systems) van de KNVB, toezicht gaat houden op het functioneren van deze organisaties. Helaas heeft het Betaald Voetbal aangetoond dat het zonder FRS bij het merendeel van de clubs financieel een zooitje werd waarbij niet zelden gigantische schulden ontstonden. Het instellen van een controle orgaan, dat weliswaar kosten met zich meebrengt, zal de posities van professionele organisaties alleen maar geloofwaardiger maken hetgeen van grote invloed zal zijn op de sportsponsoring.
2024 van Parijs naar de jaren dertig
Uiteraard de lange termijn.
De elementen die binnen de breedte- en jeugdsport ondergebracht kunnen worden bij het onderwijs geheel loskoppelen van de sport. Dit betreft uiteraard het schoolzwemmen en de extra uren sport in het lesrooster. Het verenigingsleven gericht op breedte- en jeugdsport faciliteren volgens een model waarbij de inzet van de middelen worden gekoppeld aan leeftijden en maatschappelijke situatie.
De topsport dient uiteindelijk een geheel eigen organisatie te kennen waarbij de noodzakelijke middelen geheel uit sponsoropbrengsten (sponsoren, fondsen etc., maar niet uit overheidsmiddelen) worden gegenereerd. Dit kan consequenties hebben voor de positie op de Medaillespiegel. De vraag lijkt gerechtvaardigd hoe veel invloed hebben de huidige overheidsfinanciering en de huidige organisatie structuur op de score gehad. Lees hierover meer in de Columns "VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST".
De volledig professionele sportorganisaties worden in deze periode omgeturnd tot de BVO' s (Betaald Voetbal Organisaties) van heden ten dage.
Tot Slot
De Nederlandse samenleving dient keuzes te maken. Advies: presenteer een 3-traps systeem.
1.Schoolsport (financiering en facilitering door de overheden);
2.Breedtesport (sportbonden met aflopende financiële ondersteuning door overheden);
3.Topsport (volledig professionele organisaties zonder financiële inbreng van overheden).
Huidige geldverslindende organisaties dienen in de periode 2024-2032 zichzelf dus om te vormen naar een bedrijfsvoering waarbij de middelen voor een steeds hoger percentage ten goede komen voor de uitvoering. Iedereen kent de kritiek die er is op Goede Doelen organisaties die het leeuwendeel van de opbrengsten gebruiken voor de organisatie zelf (salarissen en huisvesting) en dat is in de sport niet anders.
Wel zullen er altijd vragen ontstaan die voortkomen uit deze veranderingen. Hierbij onder andere te denken aan de sporten die minder publiciteit genereren! Wat blijft er over van het beloningsstelsel?
Op welke wijze en welk moment moeten (potentiële) toppers "weg worden gehaald" uit de amateurclubs en ondergebracht worden in volledig professionele organisaties?
Nieuwe column < Overzicht > Oude column
|